| SPANISHSKY.DK 17 APRIL 2021 |

Hun strijd tegen het fascisme van 1933 tot 1945

Zoals veel Nederlandse communisten werden ook vier broers Kloostra en drie van hun zwagers het slachtoffer van een anticommunistische actie die in januari 1923 begon en die in mei 1940 in opdracht van de burgemeester na de Nederlandse capitulatie werd voortgezet. De actie van 1923 maakte deel uit van de activiteiten van de Nederlandse geheime politie-inlichtingendienst die eind 1917 begonnen.

Deel 2: De strijd tegen het communisme

 
Door Mario Kloostra and Rudi Harthoorn

De Internationale Kriminalpolizeiliche Kommission

In 1922 werd de Internationale Kriminalpolizeiliche Kommission (IKK) opgericht, waaraan een aantal Europese landen deelnamen (het was de voorloper van Interpol). Het hoofddoel van de IKK was het bestrijden van het communisme, waarbij de politie-inlichtingendiensten van de deelnemende landen samenwerkten.

De strijd tegen het communisme: Karel Henri Broekhoff. Karel Henri Broekhoff. Hij bereidde vanaf 1923 de massamoord op Nederlandse communistische verzetsstrijders voor

Karel Henri Broekhoff

Karel Henri Broekhoff was de vertegenwoordiger van Nederland. Er werd afgesproken dat de communistische partijen zouden worden geïnfiltreerd. Broekhoff regelde de infiltratie in een reeks Nederlandse steden; in Den Haag was de bekendste infiltrant Johannes Hubertus van Soolingen. Van Soolingen leverde veel namen van communisten aan de politie-inlichtingendienst.

Gestapochef Heinrich Müller, die sinds januari 1935 betrokken was bij de strijd tegen het Nederlandse communisme

Heinrich Müller

Collaboratie met de Gestapo

De Nederlandse minister van Justitie gaf Broekhoff opdracht een samenwerking met de Gestapo in het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn aan te gaan. Die samenwerking begon in januari 1935 [1]. Hij werkte onder meer samen met Heinrich Müller, die in 1939 verantwoordelijk werd voor alle concentratiekampen, inclusief de vergassing van joden, zodat hij met ongeveer vier miljoen doden een van de grootste massamoordenaars van de twintigste eeuw werd [2].

Verder werkte Broekhoff samen met Bruno Friedrich Wolff, die in mei 1940 verantwoordelijk werd voor de bestrijding van het communisme in Den Haag, maar ook in de rest van Nederland een leidende uitvoerende rol speelde. 

In die samenwerking leverde de Nederlandse politie-inlichtingendienst twee keer, in 1936 en 1939, een lijst van Nederlandse actieve communisten aan de Gestapo. Langs deze weg werd Tjerk Kloostra bekend bij de Gestapo. Deze lijst veroorzaakte de dood van honderden Nederlandse communisten.

Anticommunistische activiteiten tijdens de bezetting

In 1938 gaf de Nederlandse minister van Justitie opdracht aan de politie, inclusief de politie-inlichtingendienst, in geval van een Duitse bezetting van Nederland hun activiteiten voort te zetten [3]. Het zou leiden tot de dood van ongeveer duizend communisten en de gevangenschap in concentratiekampen van nog eens duizend communisten.

De strijd tegen het communisme: Salomon Jean René de Monchy, burgemeester van Den Haag, december 1943

Salomon Jean René de MonchyPolygoon Hollands Nieuws Licentie

Op 15 mei 1940, de dag van de capitulatie van het Nederlandse leger aan de Duitse strijdkrachten, gaf burgemeester De Monchy van Den Haag de inlichtingendienst van de gemeentepolitie opdracht zijn activiteiten voort te zetten [4]. Vervolgens werd Van Soolingen benaderd met het verzoek zijn infiltratie in de CPN, die toen al werd omgevormd tot een ondergrondse verzetsorganisatie, voort te zetten [5]. De infiltratie zou het leven kosten aan ongeveer 100 communisten uit de regio rond Den Haag (Leiden-Delft) en 50 communisten uit de regio Rotterdam. Een vergelijkbaar aantal overleefde een lange gevangenschap in concentratiekampen. Tussen 1941 en 1945 waren er vier arrestatieacties die het gevolg waren van de infiltratie door Van Soolingen.

De eerste arrestatiegolf

De eerste arrestatieactie begon op 28 april 1941 met de arrestatie van vier communisten door de Sicherheitsdienst om de verspreiding van pamfletten ter gelegenheid van 1 mei tegen te gaan. Onmiddellijk werd een rapport naar Berlijn gestuurd dat er nog ongeveer 40 arrestaties werden verwacht, waaruit blijkt hoeveel informatie door Van Soolingen was verstrekt. Op grond van de door Van Soolingen verstrekte informatie en informatie verkregen door ondervragingen onder foltering werden tussen april en november 1941 meer dan 150 communisten gearresteerd door gemengde teams van de Sicherheitsdienst en de Nederlandse politie inlichtingendienst.

Ook werd er communisten gemarteld door leden van de Sicherheitsdienst, de Nederlandse politie-inlichtingendienst en een vooroorlogse informant van de politie-inlichtingendienst. Van deze mensen zouden er 57 personen omkomen. Van de gearresteerden zouden 49 personen een deel van hun gevangenschap in Concentratiekamp Dachau doorbrengen [6]. Leden van de familie Kloostra die gearresteerd werden zijn Jan Kloostra, Fred Donderwinkel en Cor Rademaker, die in 1942 in Groß Rosen is overleden.

Ingang van het concentratiekamp Groß Rosen, 2007

Groß Rosen Concentration Camp entrance, 2007Jacques Lahitte Licentie

Op 25 juni 1941 werd hun zwager Frans van den Berg gearresteerd door de Politie inlichtingendienst in reactie op de Duitse inval in de Sovjet-Unie, maar verder werd hij net zo behandeld als degenen die vanwege de infiltratie waren gearresteerd.

Sommigen ontkwamen aan arrestatie doordat ze konden onderduiken, onder hen waren Reinder Kloostra en Willy Donderwinkel (schoonfamilie) die pas veel later werden gearresteerd.

Op 2 september 1942 werd de gearresteerde Herman Holstege op gruwelijke wijze doodgemarteld in de gevangenis van Scheveningen (bijgenaamd Oranjehotel) door de Sicherheitsdienst en Veefkind van de Nederlandse politie inlichtingendienst. Veel mensen in de gevangenis waren ontzet door het geschreeuw om hulp. Hoewel werd gezegd dat Holstege alleen valse informatie had gegeven, werden de volgende twee dagen twee van zijn naaste medewerkers in Rotterdam gearresteerd. Uit door huiszoeking en marteling verkregen informatie konden ongeveer 180 personen worden gearresteerd, van wie er 47 zouden overlijden. Van de gearresteerden zouden er 13 enige tijd in Dachau doorbrengen [7].

Gevangenis Scheveningen in Den Haag, bijgenaamd Oranjehotel

Gevangenis Scheveningen in Den Haag, bijgenaamd OranjehotelArjan de Jager Klein Licentie

De tweede arrestatiegolf

De tweede arrestatieactie vond in mei 1942 voornamelijk in Delft plaats. Ongeveer 80 communisten werden gearresteerd, 7 van hen vonden de dood: twee werden gefusilleerd en vijf stierven in een concentratiekamp. De meesten van hen werden echter vrijgelaten, slechts ongeveer 20 werden naar een concentratiekamp gestuurd, waarvan er twee enige tijd in Dachau verbleven [8].

De ingang van het concentratiekamp Dachau

De ingang van het concentratiekamp DachauRennett Stowe Licentie

De derde arrestatiegolf

De derde arrestatieactie begon in december 1942, toen de leider Jaap Boekman van het communistische verzet in Den Haag in een val liep die door de Nederlandse politie-inlichtingendienst met behulp van Van Soolingen was opgezet. Vervolgens konden meer dan 40 mensen worden gearresteerd. Van hen zouden er 15 omkomen: 7 door executie, 7 in een concentratiekamp en één, Tjerk Kloostra, werd na een vuurgevecht met de Nederlandse politie door het hoofd geschoten. Van de gearresteerden brachten 9 personen enige tijd door in Dachau. Onder de gearresteerden waren Johan Kloostra en zwager Willy Donderwinkel [9]. 

De vierde arrestatiegolf

De vierde arrestatieactie was op 9 maart 1945. Er werden vier personen gearresteerd, waarvan er drie op 12 maart werden geëxecuteerd. De overgeblevene was een vrouw die een maand later werd vrijgelaten. Zij had in direct contact gestaan met Van Soolingen. Tijdens haar verhoren gaf een lid van de Nederlandse politie-inlichtingendienst, Cornelis Heijnis, per ongeluk informatie prijs, waardoor zij te weten kwam dat Van Soolingen een informant van de Politie-Inlichtingendienst was. Door haar oplettendheid kon na de oorlog het hele verhaal worden gereconstrueerd.

De nasleep

Na de oorlog werd een groot plein in Den Haag vernoemd naar burgemeester De Monchy, die verantwoordelijk was voor de dood van minstens 130 communistische verzetsstrijders.

Nederlandse historici hebben nooit zorgvuldig onderzoek gedaan naar het lot van communistische verzetsdeelnemers. Er zijn aanwijzingen dat de infiltratie in Den Haag, die in 1923 begon en tijdens de Duitse bezetting werd voortgezet, ook in andere delen van Nederland plaatsvond. Het totale aantal doden als gevolg van deze politieke vervolgingsactie bedraagt waarschijnlijk duizend. Maar er was meer betrokkenheid van de Nederlandse autoriteiten bij de bestrijding van communistisch verzet tegen de Duitsers. Het totale aantal van dergelijke doden is ongeveer tweeduizend, wat ongeveer tweederde deel is van het aantal communistische slachtoffers.


Bronnen en notities:

[1] Verslag van de vergadering van 4 en 5 januari 1935 tussen Broekhoff en leden van de afdeling Bekämpfung Kommunismus van het RSHA in Berlijn, Collectie Moskou, NIOD, Amsterdam.

[2] Circulaire van minister van Justitie Goseling aan de burgemeesters in Nederland, Departement van Justitie Afd. A.S., No. 2350 Zeer Geheim, d.d. 25 April 1938.

[3] Mededelingen van het hoofdcommissariaat nr. 271, 15-5-1940, PA, beheersnummer 432, inv. nr. 546, HGA. De mededeling vermeld dat de ongewijzigde Inlichtingendienst in het commissariaat van de Zedenpolitie wordt ondergebracht; dit impliceert dat de Inlichtingendienst door moest blijven werken. Zo een reorganisatie vereist de instemming van de burgemeester die hoofdverantwoordelijke voor de politie is.

[4] Levensbeschrijving door Johannes Hubertus van Soolingen in zijn gratiedossier, Nationaal Archief. In de levensbeschrijving bekent hij dat hij de Haagse CPN sinds januari 1923 in opdracht van de Inlichtingendienst geïnfiltreerd had en vermeld dat de Inlichtingendienst hem enkele weken na de Duitse inval benaderde met het verzoek de infiltratie voort te zetten.

[5] Mededeling in zijn aanvraag van een verzetspensioen door Christiaan van Spronsen, ex-gevangene van Dachau, dat Van Soolingen in 1941 in zijn verzetsgroep zat, 1979, Stichting 1940-1945. ‘Vertrauliche Mitteilung über die illegale CPN in Den Haag’ door Johannes Hubertus Veefkind dat Van Soolingen hem meldde dat er een groep communisten in Delft actief was, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) 107, dossier Veefkind, Nationaal Archief. Uit deze tweede infiltratie volgen 75 arrest van wie er 7 om het leven kwamen. In zelfde dossier mededeling door Veefkind dat van Soolingen hem gemeld had dat hij opnieuw in de CPN geïnfiltreerd was. Dit bleek te zijn bij Johannes Philippus Bronkhorst (ex-gevangene van Dachau). Deze derde infiltratie leidde via het in de val lokken van de Joodse communistische verzetsleider Jacob Boekman tot meer dan 50 arrestaties en ongeveer 30 doden. Over de wijze waarop Van Soolingen Boekman in de val liet lopen zijn verklaringen van de Inlichtingendienstmannen Cornelis Bakker, Cornelis Heijnis en Jilis van der Waard, resp. CABR 71245, 431 en 308. Eind 1944 infiltreerde Van Soolingen opnieuw de CPN, wat tot drie fusilleringen leidde. Bekentenis door Van Soolingen in zijn dossiers in het CABR, dossiers 76478 en 91269.

[6] De gearresteerden van de eerste infiltratieactie die een deel van hun gevangenschap in Dachau doorbrachten zijn: Hendricus Arendse, Martinus van Beek, Balt de Buijzer, Johannes Bronkhorst, Hendrik Chef d’Hotel, Krijn Chef d’Hotel, Cornelis Compter, Johannes van Driel, Johannes Duhen, Carel Duran, Johannes Gisolf, Niucolaas de Goede, Letho van Gool, Gerrit Guit, Albert de Haas, Willem Harthoorn, Hendrik Holstein, Bernardus Huisman, Simon de Jong, Jan Keuvelaar, Jan Kloostra, Evert van Kommer, Teunis van der Kroft, Johannes Kuiper, Jacobus Lezwijn, Jan Lepelaar, Jacobus Marijt, Johannes Montfoort, Cornelis Neven, Johannes Onvlee, Maarten Oort, Franciscus van Ophem, Henricus Paalvast, Bastiaan van Pouderoijen, Frederik van Sandwijk, Markus Schmaal, Cornelis Simonis, Christiaan van Spronsen, Franciscus van der Stal, Cornelis van Staveren, Johannes Teske, Willem Theil, Leendert Vogel, Paulus van Wandelen, Hendrik van Welzen, Nicolaas Wijnen, Frederik Willems, Simon Wolff, Alexander van Wouw.

[7] Mensen die gearresteerd werden ten gevolge van de informatie verkregen door het doodmartelen van Holstege en vervolgens een deel van hun gevangenschap in Dachau doorbrachten zijn: Grrit Bom, Arie Donker, Johannes van Dooren, Dirk Keizer, Frederik Kok, Jacobus Mackaij, Casparus Markenstein, Pieter van der Ster, Cornelis Tazelaar, Hendrikus Toor, Rederik Urbanus, Gerardus Vleugels, Adrianus Wijngaard.

[8] Mensen gearresteerd ten gevolge van de tweede en vervolgens een deel van hun gevangenschap in Dachau doorbrachten zijn: Hendrik Bosch and Gerard van der Lee.

[9] De gearresteerden van de derde infiltratieactie die een deel van hun gevangenschap in Dachau doorbrachten zijn: Jacob Bijl, Evert Brand, Willem Herder, Lodewijk Jansen, Rokus Kleingeld, Johan Kloostra, Gijsbert van Munster, Wilhelmus de Vries.


DE ENIGE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE INHOUD LIGT BIJ DE AUTEURS